Waar kan ik het beste de broedmachine neer zetten.
Hoe werkt de broedmachine.
Hygiëne en de Broedmachine.
Wanneer kan ik mijn broedeieren inleggen en hoe doe ik dat het beste.
Waar moet ik tijdens de broed opletten.
Luchtvochtigheid, temperatuur, afkoeling, schouwen en uitkomst.
Waar kan ik de boedmachine het beste neer zetten.
In principe maakt het niet veel uit waar de U de broedmachine neer zet.
Belangrijk is dat de ruimte droog is en geventileerd wordt. Staat de broedmachine in een verwarmde ruimte dan is het logisch dat de broedmachine minder stroom verbruikt dan waneer de machine in een koude ruimte staat.
De aan te bevelen temperatuur voor de ruimte is 10-25 graden.
Hoe neem ik de broedmachine in gebruik.
Een broedmachine wordt meestal gebruiksklaar afgeleverd, U hoeft alleen de stekker in de wandcontactdoos te doen.
Na het inschakelen van de broedmachine duurt het enige tijd voordat de elektronica een correcte waarde aangeeft.
Laat de broedmachine na het programmeren nog een dag draaien om hem helemaal te laten opwarmen en controleer of de temperatuur constant blijft.
Hygiëne en de Broedmachine
Hygiëne is ook bij de machinale broed zeer belangrijk. Wordt de broedmachine niet op tijd schoongemaakt of gedesinfecteerd, dan vormen zich door de vochtige warme lucht snel ziektekiemen welke in de regel zeer gevaarlijk voor de kuikens zijn.
Reinig dus indien mogelijk na elke broedsel de broedmachine grondig. Vooral na de uitkomst van de eieren is een grondige reiniging en alles te desinfecteren noodzakelijk.
Reinig de bodem en de rest van de broedmachine met een vochtige doek en een normale huishoudreiniger (denk er wel aan of de broedmachine is uitgeschakeld dus stekker uit de wandcontactdoos).
Na het reinigen moet de broedmachine nog gedesinfecteerd worden om mogelijke ziektekiemen te vernietigen. Dit kan met Eupanol, Halimid of een ander middel.
Nadat de broedmachine gedesinfecteerd is moet alles goed doorgelucht worden.
De broed en uitkomsthorden kunt U goed met een borstel schoonmaken. Aan het eind van het broedseizoen de broedmachine nog een keer goed reinigen en desinfecteren en enige dagen laten open staan om goed te laten drogen.
Als U de machine buiten bedrijf stelt, moet U de rozetten voor de ventilatie open zetten.
Wanneer kan ik mijn broedeieren inleggen en hoe doe ik dat het beste.
Belangrijk is dat voor het inleggen de temperatuur constant op 37,8 graden staat. De luchtvochtigheid mag de eerste dagen niet boven de 50% staan.
En als alles ingesteld is en de broedmachine enige uren gedraaid heeft kunt U de eieren inleggen. Gebruik nooit eieren die beschadigd, smerig of ouder dan 10 dagen zijn.
De eieren moeten niet te warm bewaard en dagelijks gekeerd worden. Bewaar de eieren in een ruimte die niet warmer is dan 15 graden. Gebruik ook geen eieren die afwijken wat het gewicht betreft.
Te kleine eieren geven ook te kleine kuikens die vaak zwak zijn. Leg de eieren op de geschikte rolhorde.
De eieren worden vlak (horizontaal) op de rollen gelegd. Vermijd om de eieren op elkaar te leggen omdat dit kan leiden tot kapotte eieren tijdens het keren.
En dan nog één belangrijke tip, als je eieren raapt mag je deze nooit wassen als ze iets vuil zijn. Dan haal je de beschermlaag van het ei weg en zo kunnen er bacterien het ei binnendringen.
Zo verklein je dus kans op het uitkomen van de eieren.
Waar moet ik tijdens de broed opletten.
Zorg voor voldoende frisse lucht in de broedruimte. Frisse lucht is zeer belangrijk voor een succesvolle broed. Bij een tekort aan frisse lucht sterven de kuikens af.
De frisse lucht toevoer kan men regelen met de luchtrozetten op de broedmachine.
Luchtvochtigheid.
De juiste luchtvochtigheidswaarde is gedurende de gehele broedperiode beslissend voor het broedresultaat. Broed men te droog, ontwikkelen zich de kuikens niet goed en komen tijdens de uitkomst niet uit.
Broed men te vochtig "verdrinken" de kuikens in de eieren. De fokker moet hier fingerspitzengefuhl bij hebben.
Het instellen van de juiste vochtigheid is voor elke broedmachine verschillend. De juiste vochtigheid ligt in de regel tussen 45% - 50% tijdens de voorbroed en circa 68% - 71% tijdens de uitkomst.
Om de juiste vochtigheid in te stellen gaat men als volgt te werk. Vul de waterbakjes met water. Na enige tijd geeft de hygrometer aan de deur een vochtigheidsstand aan. U kunt deze stand als volgt veranderen; zet de waterbakjes zover mogelijk naar de zijkanten en draai de luchtrozet(ten) bijna dicht.
De luchtvochtigheid zal nu oplopen. Opent men de luchtrozet(ten) en zet men de bakjes in het midden van de broedmachine dan zal de vochtigheid lager worden.
Tijdens het uitkomen bereikt men een hogere vochtigheid door bijvoorbeeld warm water in de waterbakjes te doen.
Ook kan men een extra bakje water in de broedmachine zetten. Beslissend is niet de hoeveelheid maar de grootte van het wateroppervlak.
Belangrijk: Indien mogelijk gedestilleerd water gebruiken i.v.m. kalkaanslag in de waterbakjes.
Temperatuur.
De temperatuur moet tussen 37,6 graad en 37,8 graad liggen. Tijdens de uitkomst verlaagt men de temperatuur met ca. 0,2 graad omdat de temperatuur van de eieren de laatste 3 dagen stijgt.
Controleer de temperatuur minstens om de twee dagen. Afwijkingen kunnen grote gevolgen hebben.
Gebruik een kwaliteitsthermometer goedkopere thermometers kunnen wel 1 graad afwijken.
Afkoeling.
Bij enkele pluimveesoorten is het noodzakelijk de eieren tijdens de broedperiode af te laten koelen.
Dat is bij water en sierwatervogels absoluut noodzakelijk. Men gaat als volgt te werk.
Vanaf de 3de broeddag neemt men de eieren éénmaal per dag ongeveer 15 tot 20 minuten uit de broedmachine en bevochtig deze met een plantenspuit om het afkoelings effect te versterken.
Het beste kan men lauw water gebruiken. Tijdens deze tijd loopt de broedmachine gewoon door. Circa 3 dagen voor de uitkomst van de eieren kan met het afkoelen worden gestopt.
Het schouwen van de eieren.
Men kan de eieren na circa 7 dagen schouwen. Bij lichte eieren ongeveer na 5 dagen en bij donkere eieren ongeveer na 9 dagen.
Het beste kan een orginele schouwlamp gebruikt worden. Is een ei bevrucht dan ziet men in het midden van het ei een kiem waar kleine adertjes van uit gaan.
Een onbevrucht ei is meestal helder. Schouwen is belangrijk, men krijgt ruimte in de broedmachine en de "vuile" eieren kunnen op tijd uit de broedmachine worden genomen.
Ook is het zinvol om de eieren een week voor de uitkomst nog een keer te schouwen om zeker te zijn dat er geen kiemen afgestorven zijn.
De uitkomst.
3 dagen voor de uitkomst legt U de eieren over van de rolhorden op de uitkomstlade.
Verhoog nu langzaam de luchtvochtigheid en open de broedmachine zo weinig mogelijk.
Laat nu de temperatuur zakken tot 37,6 graden omdat de eigenwarmte van de eieren toeneemt.
Zijn de eerste kuikens uitgekomen wacht dan tot ze goed droog zijn.
De Vlakbroeder.
Het huis van deze vlakbroedmachine is van thermalplastik, dat een uitstekende isolering heeft.
Het heeft twee vensters van ieder 11 x 14 cm om gedurende het broedproces de eieren te kunnen controleren.
De warmtebron is een 48 Watt met teflon beklede verwarmingsdraad en de temperatuur wordt door een elektronische thermostaat geregeld. De broed-temperatuur is af te lezen op een meegeleverde thermometer.
Door deze op de broedeieren te leggen, is een nauwkeurige temperatuur dichtbij de eieren te meten.
De te regelen temperatuur ligt tussen 31 en 41°C, uitgaande van een omgevingstemperaratuur van ongeveer 20°C.
Met volautomatische keerinrichting.
Deze keerinrichting heeft diverse voordelen.
Deze keerinrichting kan later alsnog eenvoudig geplaatst worden in het basismodel.
Deze keerinrichting houdt het ei voortdurend in beweging, waarbij het ei 12 keer in 24 uur wordt gekeerd.
Door het constante keren van de eieren, blijft de temperatuur van de eieren aan alle zijden gelijk, hetgeen zorgt voor een hoge uitkomst van de eieren.
De keerinrichting is voor verschillende ei-grootte's verkrijgbaar, eenvoudig te wisselen.
De keermotor is in het broedmachinehuis geïntegreerd. De afmetingen zijn voor alle typen 540 x 410 x 206 mm
|
|