Natuurlijk Broeden is een normaal verschijnsel bij hoenders maar de begintijd is bij de tamme hoenders zeer uitlopend.
Bij sommige rassen, bijvoorbeeld zijdehoenders treed broedsheid al op nadat de dieren zeven tot tien eieren gelegd hebben.
Het laten liggen van de eieren is vaak bevordelijk voor de broedlust van de hennen.
Aanvankelijk blijft de broeds wordende hen iets langer zitten, daarna blijft ze steeds langdurig zitten en maakt een klokkend geluid als ze van het nest komt.
Tegenover de andere kippen neemt ze een afwerende houding aan door de vleugels sterk gespreid te dragen en de halsveren op te zetten.
Haar broedsheid houdt aan totdat de eieren uitkomen.
foto Martijn Vroegrijk
|
Sommige hennen broeden rustig vijf weken.
Vanaf de veertiende en vijftiende dag gaat de kloek wat langer van het nest en neemt wat meer tijd voor het eten, drinken en een stofbad.
Zodra de eerste eieren aangepikt zijn en de kloek het eerste piepen van de kuikens hoort, verlaat zij het nest zelden meer tot de avond van de 21ste dag.
Soms zal ze nog iets langer blijven zitten maar op de morgen van de 22ste dag, als de kuikens uit zijn en er hoogstens nog een enkele achterblijver in de dop zit, stapt ze van het nest en gaat op korte afstand daarvan weer zitten, roept de kuikens tot zich en zet zich rustig neer.
foto Gea Markoort
|
Dan gaat de broedsheid over in moederschapsgevoel dat zich uit in verwarming, begeleiding en verdediging van de kuikens.
Broedlust kan door teelt keuze worden versterkt of verzwakt.
Er zijn hele groepen rashoenders bij wie de broedlust vrijwel ontbreekt, zoals leghorns, minorca's, ancona's en andalusiers.
Treedt broedlust bij deze rassen toch op, dan is dat vaak onvoldoende en verlaten de hennen vroegtijdig het nest waardoor het legsel vaak verloren gaat als er geen andere broedse hen aanwezig is.
Bij middelzware rassen komt broedsheid regelmatig voor, door teeltkeuze is deze echter bij sommige vrijwel weggefokt.
Bij de zware rassen is de broedlust het sterkst ontwikkeld.
Sommige hennen van die rassen worden meerdere keren per jaar broeds.
Bij krielhoenders is de broedlust normaal ontwikkeld, maar niet bij alle rassen in deze groep is dit even sterk aanwezig.
Het is aan te bevelen niet later dan april, hooguit mei te laten broeden, zodat de kuikens nog juist voor de winter zijn uitgegroeid.
|
|